Over het algemeen kost het basisscholen moeite om goede lessen te maken voor techniekonderwijs. Het bedrijfsleven kan hierbij hulp bieden. In Brabant hebben ze hier iets op bedacht: met chocola!
In Brabant zijn ondernemers, onderwijs en gemeente bezig om leerwerkfabriek The Chocolate Factory in Veghel op te starten. In deze fabriek kunnen leerlingen en studenten aan een levensechte productielijn rond chocola aan de slag. Alle schooljeugd van Meierijstad tussen de 10 en 15 jaar krijgt vanaf volgend jaar september les in de The Chocolate Factory.
Het idee komt van Henk Maas van stichting WerkEnLeren. Henk: “Op deze manier krijg ik juffen en meesters geïnteresseerd in wetenschap en technologie; door ze straks een chocoladefabriek te bieden waar ze met veel actie en plezier onderdelen van hun curriculum kunnen komen doen.” De focus van het werken in de fabriek ligt op het verwerven van vakmanschap. “Ik denk dat het voor heel veel kinderen beter werkt als je de praktijk als uitgangspunt neemt voor leren”, zegt Henk. Middels zijn leerfabrieken wil Henk bijdragen aan verlaging van de hoge schooluitval in het lager en middelbaar beroepsonderwijs, meer leerlingen enthousiast maken voor een beroep in techniek en theorie en praktijk direct koppelen in een levensechte werksituatie.
Henk: “Wat het moeilijkst is van dit traject? Om drie totaal verschillende partijen, onderwijs, overheid en ondernemers, op één lijn te krijgen. Ze zijn zo verschillend van aard en doelstellingen dat je ze moet verenigen maar daar nooit de baas over moet laten zijn. Laat dat over aan een partij die zowel van onderwijs als ondernemerschap verstand heeft, zoals ik. Maar laat ze wel samenwerken.”
Op maandag en dinsdag staat de fabriek exclusief ter beschikking van het onderwijs. Om alles te leren over produceren, logistiek, techniek, verpakkingen, design, marketing en sales. De andere dagen is de fabriek open als commerciële attractie. Dan kunnen kinderen uit heel Nederland er hun eigen chocoladerepen produceren. Henk: “Voor ons een manier om niet van subsidies afhankelijk te hoeven zijn, en Nederland heeft er weer een smakelijke attractie bij.”